ECLI:NL:CRVB:2017:195
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.M. Heijs
- M.T. Boerlage
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Ongeschiktheidsontslag van ambtenaar wegens schending meldingsplicht in relatie tot strafrechtelijke situatie van familieleden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen het ontslag dat haar door de Minister van Veiligheid en Justitie is verleend. Appellante was werkzaam bij het Openbaar Ministerie en had de verplichting om wijzigingen in de strafrechtelijke situatie van haar familieleden te melden. Tijdens een gesprek op 16 mei 2013 werd appellante hierop gewezen, maar zij heeft verzuimd om melding te maken van de aanhouding van haar zwager op 18 november 2013. De minister heeft appellante op basis van artikel 98 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ontslagen wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het ontslag van appellante in rechte standhoudt. De Raad oordeelt dat appellante, door haar meldingsplicht niet na te komen, ongeschikt was om haar functie te vervullen. De minister had derhalve het recht om het ontslag te verlenen. Appellante's argument dat haar zwager voor haar geen familie is en dat zij daarom twijfelde of zij het voorval moest melden, werd door de Raad verworpen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.