In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag door appellant om met behoud van zijn Wajong-uitkering te verhuizen naar Marokko. Appellant ontvangt sinds 5 juni 2008 een Wajong-uitkering en heeft verzocht om toestemming om naar Marokko te verhuizen, omdat zijn gezin daarheen vertrekt. Het Uwv heeft deze aanvraag afgewezen, omdat er onvoldoende redenen waren om de hardheidsclausule toe te passen. De verzekeringsarts concludeerde dat appellant niet medisch afhankelijk is van zijn echtgenote en dat er geen zwaarwegende redenen zijn om buiten Nederland te gaan wonen. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarop hij in hoger beroep ging. De Raad heeft de eerdere afwijzing van het Uwv bevestigd, omdat appellant geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die de afwijzing zouden rechtvaardigen. De Raad oordeelde dat de hardheidsclausule slechts in uitzonderlijke situaties kan worden toegepast en dat in dit geval geen sprake was van dergelijke situaties. De uitspraak van de rechtbank werd met verbetering van gronden bevestigd.