Op 10 mei 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/8068 WSF-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 25 januari 2017. De appellant, die niet bij naam is genoemd maar woonachtig is in [woonplaats], had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In de eerdere uitspraak was een kennelijke verschrijving opgetreden, waarbij het hoger beroep ten onrechte ongegrond was verklaard. De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de voorgestelde rectificatie, maar beide partijen hebben geen reactie gegeven.
De Raad heeft vervolgens besloten om de uitspraak van 25 januari 2017 te rectificeren. In de nieuwe beslissing heeft de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraak vernietigd, het beroep gegrond verklaard, en het besluit van 23 oktober 2014 vernietigd. Tevens heeft de Raad het besluit van 18 april 2014 herroepen en bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 23 oktober 2014. De Minister is veroordeeld in de kosten van de appellant tot een bedrag van € 2.475,- en moet het griffierecht van in totaal € 168,- vergoeden. Daarnaast is de Minister veroordeeld tot vergoeding van wettelijke rente aan de appellant.
De uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van M.S.E.S. Umans als griffier, en is openbaar uitgesproken op 10 mei 2017.