Uitspraak
OVERWEGINGEN
21 januari 2015 heeft de minister aan appellante een bestuurlijke boete opgelegd van
€ 2.745,08.
17 november 2014 verricht huisbezoek ten grondslag gelegd. Tijdens het huisbezoek zijn geen kleding of andere persoonlijke spullen van appellante aangetroffen. In de kledingkast op de kamer van appellante lag enkel kinderkleding en naast het bed lagen speelgoed, luiers en kindertekeningen. Ook kon de hoofdbewoner niet aangeven hoe lang appellante al bij hem woonde of welke studie appellante volgde.
1 augustus 2012 heeft herzien en het te veel betaalde bedrag aan studiefinanciering van haar heeft teruggevorderd.
Wsf 2000 werkt het wettelijk vermoeden in het geval van appellante terug tot
1 december 2013. Appellante heeft in bezwaar, noch in beroep, noch in hoger beroep bewijsstukken overgelegd die betrekking hebben op de periode vanaf 1 december 2013 en die redelijke twijfel wekken aan het gehanteerde wettelijk vermoeden.
1 juni 2016 (rechtsoverwegingen 6.1 tot en met 6.8 en 8.1 tot en met 8.4).