Uitspraak
OVERWEGINGEN
.In verband met de onvolledige waarneming werd aan appellant een waarnemingstoelage van 50% toegekend. Deze niet volledige waarneming is hierna een aantal keer verlengd, waarbij aan appellant telkens een waarnemingstoelage is toegekend. Bij besluit van 7 mei 2013 heeft de korpschef bepaald dat appellant, met terugwerkende kracht, ingaande per 29 januari 2012 is belast met de volledige waarneming van de functie van [functie 2]. Vanaf die datum ontving appellant een volledige waarnemingstoelage. Bij besluit van 22 oktober 2013 is de volledige waarnemingstoelage verlengd tot 1 juli 2014.
,heeft de korpschef de (volledige) waarnemingstoelage in verband met de waarneming van de functie van [functie 2] verlengd tot 1 juli 2015 en bepaald dat de overige rechtspositie van appellant ongewijzigd blijft.
.
.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 18 november 2014;
- draagt de korpschef op een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak en bepaalt dat tegen dit besluit slechts bij de Raad beroep kan worden ingesteld;
- bepaalt dat de korpschef aan appellant het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 416,- vergoedt;
- veroordeelt de korpschef in de kosten van appellant tot een bedrag van € 2.475,-.