ECLI:NL:CRVB:2017:1461
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- J.L. Boxum
- M. Schoneveld
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens gezamenlijke huishouding
Op 18 april 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen de afwijzing van een bijstandsaanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Tilburg. De appellant had op 19 september 2014 bijstand aangevraagd, maar zijn aanvraag werd afgewezen omdat hij samen met een medebewoner, mevrouw K, een gezamenlijke huishouding zou voeren. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had eerder het beroep van de appellant ongegrond verklaard. In hoger beroep voerde de appellant aan dat mevrouw K slechts tijdelijk bij hem verbleef en dat er geen sprake was van een gezamenlijke huishouding. De Raad oordeelde dat de appellant en K gedurende de beoordelingsperiode van 19 september 2014 tot 29 december 2014 wel degelijk een gezamenlijke huishouding voerden, omdat K op het uitkeringsadres stond ingeschreven en zij zorg voor elkaar droegen door middel van financiële bijdragen en huishoudelijke taken. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter A. Stehouwer, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.