ECLI:NL:CRVB:2017:145
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- E.C.R. Schut
- F. Hoogendijk
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van het buiten behandeling laten van aanvragen om bijstand op grond van de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft de aanvraag van appellante om bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen had de aanvragen van appellante buiten behandeling gelaten omdat zij niet tijdig de gevraagde bankafschriften had overgelegd. Appellante had bijstand aangevraagd, maar het college stelde dat de verstrekte gegevens onvoldoende waren voor de beoordeling van de aanvraag. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet binnen de gestelde termijnen de benodigde bankafschriften had ingediend, ondanks dat zij op de hoogte was van de verplichting om deze documenten te overleggen. De Raad oordeelde dat het college bevoegd was om de aanvragen buiten behandeling te laten en dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij redelijkerwijs niet in staat was om de gevraagde informatie tijdig te verstrekken. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college in redelijkheid gebruik had kunnen maken van zijn bevoegdheid. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige en volledige informatieverstrekking door aanvragers van bijstand.