ECLI:NL:CRVB:2017:1320
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het verzoek om bevordering naar senior GGP in het ambtenarenrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, werkzaam als medewerker Basispolitiezorg A bij de voormalige politieregio B, had verzocht om bevordering naar de functie van senior GGP. De korpschef van politie had dit verzoek afgewezen, omdat de appellant niet beschikte over een beoordeling die boven de norm lag, wat een vereiste was voor bevordering. De appellant had eerder een beoordeling ontvangen die als 'voldoende' was gekwalificeerd, maar niet als 'ruim voldoende'.
De Raad oordeelde dat de korpschef de afwijzing van het verzoek om bevordering deugdelijk had gemotiveerd. De appellant had niet aannemelijk gemaakt dat de beoordeling niet op voldoende gronden berustte. De Raad benadrukte dat het aan de appellant was om te bewijzen dat de beoordeling niet juist was, en dat de korpschef niet verplicht was om de bewijslast te dragen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond was verklaard.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor ambtenaren om aan specifieke beoordelingscriteria te voldoen voor bevordering en de rol van de korpschef in het beoordelingsproces. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.