ECLI:NL:CRVB:2017:1249
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bedrijfskrediet op basis van levensvatbaarheid en belastingschuld
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die sinds 9 november 2011 een eenmanszaak exploiteert, had op 5 maart 2012 een aanvraag ingediend voor bijstand op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) in de vorm van bedrijfskapitaal. Deze aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam afgewezen, omdat het bedrijf van appellant niet levensvatbaar werd geacht. De rechtbank had eerder geconstateerd dat er gebreken waren in het besluit van het college en had het college opgedragen om deze te herstellen. Na een nieuw besluit van het college, waarin wederom werd geconcludeerd dat het bedrijf niet levensvatbaar was, heeft appellant hoger beroep ingesteld.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de beoordeling van de levensvatbaarheid van het bedrijf van appellant op juiste gronden was gebaseerd. Het college had zich kunnen baseren op een deskundig advies van de intern adviseur van de afdeling Zelfstandigen, die concludeerde dat de schuldenlast van appellant, waaronder een belastingschuld van € 80.000,-, een directe bedreiging vormde voor de continuïteit van de bedrijfsvoering. Appellant had niet aangetoond dat deze belastingschuld niet in aanmerking genomen diende te worden bij de beoordeling van de levensvatbaarheid van zijn bedrijf.
De Raad oordeelde dat de situatie ten tijde van het besluit tot afwijzing van de aanvraag bepalend was en dat appellant niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn stelling dat de belastingschuld was verjaard of dat er afspraken met de Belastingdienst waren gemaakt. De conclusie was dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank moest worden bevestigd. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met Y.J. Klik als voorzitter en E.C.R. Schut en F. Hoogendijk als leden.