Uitspraak
mr. De Rijke en [naam gemachtigde] verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.W.L. Clemens.
OVERWEGINGEN
1 januari 2010 ondergebracht in hoofdstuk 3 van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong 2010), inmiddels sinds 1 januari 2015 weer Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong 2015) geheten. Het in geding zijnde geschil wordt beoordeeld aan de hand van de bepalingen van de Wajong 2010.
14 juli 2014, waarin de berekening van haar uitkering over respectievelijk oktober en november 2013 en over juni 2014 is neergelegd. Voor november 2013 is haar uitkering daarbij op € 14,27 per dag vastgesteld, voor oktober 2013 en juni 2014 op nihil. De bezwaren zijn bij de bestreden besluiten van 27 maart 2014 en 14 juli 2014 ongegrond verklaard.
– ook niet ten dele over enkele maanden – zal worden uitbetaald. Mr. De Rijke heeft aangevoerd dat de berekening per jaar tot minder post en een inzichtelijker berekening zal leiden. De gemachtigde [naam gemachtigde] heeft opgemerkt dat het niet de bedoeling is dat appellante minder uitkering krijgt. Hij wil slechts duidelijkheid over de wijze van berekening.
BESLISSING
M.A.H. van Dalen-van Bekkum en L. Koper als leden, in tegenwoordigheid van A.M.C. de Vries als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 maart 2017.