ECLI:NL:CRVB:2017:1156
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.N.A. Bootsma
- K.J. Kraan
- M. Kraefft
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot ontbinding van een getekende overeenkomst tussen een ambtenaar en het Leids Universitair Medisch Centrum
In deze zaak heeft appellante, werkzaam bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar verzoek om een getekende overeenkomst te ontbinden. De overeenkomst, die op 22 januari 2006 was ondertekend, betrof de beëindiging van haar dienstverband en werd onder dwang, dwaling en bedrog geacht tot stand te zijn gekomen. Appellante stelde dat zij onder druk was gezet om afstand te doen van haar rechten op een patent en dat de afspraken over haar ontslag niet rechtsgeldig waren. Het LUMC heeft het verzoek afgewezen, stellende dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die een heroverweging rechtvaardigden. De rechtbank Den Haag had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 10 februari 2017 heeft appellante zich laten vertegenwoordigen door haar echtgenoot, terwijl het LUMC werd vertegenwoordigd door mr. F.I.M. Tevette en mr. P.L. de Vos. De Raad voor de Rechtspraak heeft in zijn uitspraak van 23 maart 2017 geoordeeld dat de door appellante aangevoerde feiten en omstandigheden niet als nieuw gebleken konden worden aangemerkt. De Raad concludeerde dat appellante bewust en weloverwogen had ingestemd met de beëindiging van haar dienstverband en dat er geen reden was om de eerdere besluiten te herzien. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep van appellante af.