ECLI:NL:CRVB:2017:1074
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- K.J. Kraan
- H. Benek
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van ontslag wegens ongeschiktheid en re-integratieplan in het ambtenarenrecht
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een ambtenaar die door zijn werkgever, het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Avres, is ontslagen wegens ongeschiktheid. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de onvoldoende score voor 'werkwijze' van de appellant standhoudt. De appellant had in de beoordelingsperiode van 1 april 2014 tot 1 oktober 2014 slechts 24 zaken afgehandeld, terwijl de norm op 35 zaken was gesteld. De Raad concludeert dat de appellant niet voldoende heeft gepresteerd en dat de beoordeling van zijn functioneren terecht als onvoldoende is aangemerkt. Het bestuur heeft de appellant een reëel verbetertraject geboden, maar de appellant heeft niet de nodige stappen ondernomen om zijn productie te verbeteren.
Daarnaast wordt het ontslag van de appellant bevestigd. De Raad stelt vast dat er geen grond is om te oordelen dat de appellant geen reële verbeterkans is geboden. De appellant heeft regelmatig voortgangsgesprekken gehad en had de mogelijkheid om problemen aan te kaarten. Het bestuur heeft ook een training aangeboden, maar de appellant heeft deze niet geaccepteerd. De Raad oordeelt dat het bestuur niet verplicht was om voorafgaand aan het ontslagbesluit al te kijken naar herplaatsingsmogelijkheden.
Ten slotte wordt het re-integratieplan van het bestuur bevestigd. De Raad oordeelt dat de tijdelijke werkzaamheden die aan de appellant zijn aangeboden, passend zijn, ondanks dat het bezoldigingsniveau lager was. De Raad concludeert dat het bestuur terecht heeft gehandeld en bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank.