ECLI:NL:CRVB:2017:1057
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens onvoldoende duidelijkheid over financiële situatie en besteding schadevergoeding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg. De appellant had een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand ingediend, maar deze aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Venlo. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de appellant onvoldoende inzicht had gegeven in zijn financiële situatie en de besteding van een aanzienlijke schadevergoeding die hij had ontvangen na een verkeersongeval in 2005. De appellant had in 2009 een schadevergoeding van € 281.045,16 ontvangen, maar had niet duidelijk gemaakt hoe hij dit bedrag had besteed. Het college had vastgesteld dat er onduidelijkheid bestond over hoe de appellant in zijn levensonderhoud had voorzien sinds hij in 2013 door zijn partner was verlaten. Ondanks herhaalde verzoeken om aanvullende informatie, bleef de appellant tekortschieten in het verstrekken van de benodigde gegevens. De rechtbank oordeelde dat de appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden, wat leidde tot de afwijzing van zijn aanvraag. In hoger beroep bevestigde de Centrale Raad van Beroep deze beslissing, waarbij werd benadrukt dat de appellant onvoldoende bewijs had geleverd om zijn financiële situatie te onderbouwen. De Raad concludeerde dat de afwijzing van de bijstandsaanvraag terecht was, gezien de onduidelijkheid over de besteding van de schadevergoeding en de financiële situatie van de appellant.