ECLI:NL:CRVB:2017:1000
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor achterstallige eigen bijdragen AWBZ en schulden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant, die een uitkering ontvangt op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), had bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van een naheffing van de eigen bijdrage die hij aan het Centraal Administratiekantoor (CAK) verschuldigd was. Deze naheffing betrof een bedrag van € 7.436,64 over de jaren 2010 en 2012. Het college van burgemeester en wethouders van Leudal had de aanvraag afgewezen, omdat de kosten van de eigen bijdrage volgens hen tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan behoren en uit het inkomen moeten worden voldaan. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft de appellant betoogd dat zijn aanvraag niet betrekking heeft op bijstand voor een schuld, maar op bijstand voor de eigen bijdrage Zorg met Verblijf. Hij voerde aan dat de naheffing niet aan hem toe te rekenen was en dat er zeer dringende redenen waren om bijstand te verlenen, aangezien zijn inkomen onder de beslagvrije voet ligt. De Raad overwoog dat, hoewel de schuld niet door toedoen van de appellant was ontstaan, dit niet betekent dat er geen sprake was van een schuld in de zin van de Wet werk en bijstand (WWB). De Raad concludeerde dat de appellant ten tijde van het ontstaan van de schuld beschikte over de middelen om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien, en dat er geen zeer dringende redenen waren om bijzondere bijstand te verlenen.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt dat het ontbreken van verwijtbaarheid geen zeer dringende reden vormt voor het verlenen van bijstand en dat de appellant bescherming kan inroepen van de regels van de beslagvrije voet.