ECLI:NL:CRVB:2016:579
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening zelfstandigen wegens niet-levensvatbaarheid van het bedrijf
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor bijstandsverlening op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). Appellant, die samen met zijn echtgenote een traiteurbedrijf wilde starten, had een aanvraag ingediend voor bijstand ter voorziening in de noodzakelijke kosten van het bestaan en bedrijfskapitaal. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders, op basis van een advies van een deskundig bureau dat concludeerde dat het bedrijf niet levensvatbaar was. Appellant stelde dat zijn ondernemingsplan een gedegen marktonderzoek bevatte en dat het advies van het bureau niet deugde. Tijdens de zitting werd duidelijk dat appellant geen objectieve gegevens had overgelegd die zijn standpunt ondersteunden. De Raad oordeelde dat het college zich terecht had gebaseerd op het advies van het bureau en dat de levensvatbaarheid van het bedrijf niet was aangetoond. Het hoger beroep van appellant werd afgewezen en de aangevallen uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.