ECLI:NL:CRVB:2016:5141
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Weigering vergoeding gebitsrehabilitatie op basis van Wubo en beoordeling van blijvende invaliditeit
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 december 2016 uitspraak gedaan in het geding tussen een appellante, geboren in 1931 in het voormalig Nederlands-Indië, en de Pensioen- en Uitkeringsraad. Appellante had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 26 november 2015, waarin de vergoeding van kosten voor gebitsrehabilitatie werd geweigerd. De Raad oordeelde dat er geen aanknopingspunten waren om aan de adviezen van de tandheelkundig adviseur te twijfelen. De Raad volgde het standpunt van verweerder dat de rugklachten en osteoporose, hoewel causaal aanvaard, niet leidden tot voldoende beperkingen om te spreken van blijvende invaliditeit in de zin van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). De Raad benadrukte dat bij de beoordeling van invaliditeit ook de feitelijke beperkingen in het dagelijks leven van de betrokkene in aanmerking moeten worden genomen. Het bestreden besluit werd vernietigd wegens strijd met de Algemene wet bestuursrecht, en verweerder werd opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.