ECLI:NL:CRVB:2016:5110
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- G.M.G. Hink
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de buiten behandelingstelling van een aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de rechtbank het beroep van appellant tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam ongegrond heeft verklaard. Appellant had op 23 januari 2015 een aanvraag om bijstand ingediend, maar heeft niet tijdig de gevraagde gegevens, waaronder bankafschriften, ingeleverd. Het college heeft de aanvraag buiten behandeling gesteld omdat appellant niet aan de informatieverplichting voldeed. De rechtbank heeft deze beslissing bevestigd, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. Appellant heeft aangevoerd dat het primaire besluit tot buitenbehandelingstelling onvoldoende gemotiveerd was, maar de Raad oordeelt dat het college voldoende heeft gespecificeerd welke gegevens nodig waren. De Raad verwijst naar de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht, die bepalen dat een aanvraag niet in behandeling kan worden genomen als de verstrekte gegevens onvoldoende zijn.
De Raad concludeert dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen en dat er geen reden is om aan te nemen dat het college van deze bevoegdheid in redelijkheid geen gebruik heeft kunnen maken. Het hoger beroep van appellant wordt afgewezen, en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. Tevens wordt het verzoek om schadevergoeding afgewezen, en er wordt geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.