Uitspraak
OVERWEGINGEN
21 oktober 2013, dossierstudie verricht, appellant gezien op de hoorzitting en nadere informatie ingewonnen bij GZ-psycholoog R. Ringrose, bij wie appellant op dat moment in behandeling was. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gerapporteerd dat in bezwaar geen nieuwe gezichtspunten naar voren zijn gekomen met betrekking tot de medische situatie die aanleiding vormen om de medische grondslag van het primaire besluit onjuist te achten. Zij heeft te kennen gegeven dat uit de informatie van de psycholoog blijkt dat de medische situatie is verbeterd ten opzichte van juli 2013. Het aannemen van duurzame arbeidsongeschiktheid zal zeker leiden tot verdere operante conditionering en het versterken van het vermijdende gedragspatroon van appellant en dan ook antirevaliderend werken, aldus de verzekeringsarts bezwaar en beroep.
24 mei 2016 en het rapport van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 26 mei 2016 het bestreden besluit deugdelijk heeft gemotiveerd, maar deze nadere motivering geen wijziging teweegbrengt in het bestreden besluit, worden met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) hieraan geen gevolgen verbonden. Het vorenstaande leidt er toe dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van
- bepaalt dat het Uwv het door appellant in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 166,- (€ 44,- in beroep en € 122,- in hoger beroep) vergoedt.