ECLI:NL:CRVB:2016:5036
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking en terugvordering bijstandsuitkering wegens verzwegen onroerend goed
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellanten, die sinds 1989 bijstand ontvingen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de rechtmatigheid van deze besluiten, die zijn genomen naar aanleiding van een melding van de Sociale Verzekeringsbank over onroerend goed in Marokko dat op naam van appellant stond. Het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal heeft de bijstand van appellanten herzien en teruggevorderd, omdat zij geen melding hadden gemaakt van de woning in Marokko. De Raad bevestigt dat appellanten de inlichtingenverplichting hebben geschonden, wat een rechtsgrond vormt voor de intrekking van de bijstand. De Raad oordeelt dat het college zich terecht heeft gebaseerd op de waarde van de woning zoals vastgesteld door een taxateur in 2012, en dat appellanten niet hebben aangetoond dat zij recht hadden op bijstand gedurende de relevante periode. De beroepsgronden van appellanten worden verworpen, en de Raad bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank.