ECLI:NL:CRVB:2016:5022
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- B.J. van de Griend
- M.T. Boerlage
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van besluiten inzake uitkeringen voor vervolgingsslachtoffers en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 december 2016 uitspraak gedaan in het beroep van appellant tegen twee besluiten van de Pensioen- en Uitkeringsraad, die betrekking hebben op de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv) en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). Appellant, geboren in 1943 in het voormalige Nederlands-Indië, had eerder aanvragen ingediend voor toekenning van uitkeringen, die door verweerder waren afgewezen. De Raad heeft de afwijzingen van de verzoeken om herziening van deze besluiten beoordeeld en geconcludeerd dat er geen nieuwe feiten of gegevens zijn gepresenteerd die tot een andere beslissing zouden moeten leiden. De Raad heeft vastgesteld dat de bestreden besluiten in rechte stand kunnen houden en heeft de beroepen ongegrond verklaard.
Daarnaast heeft appellant verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de rechterlijke fase. De Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn met bijna vier maanden is overschreden en heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 500,- aan appellant. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.