ECLI:NL:CRVB:2016:5000
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending inlichtingenverplichting en alimentatieontvangst
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellante, die in 2003 een geregistreerd partnerschap aanging, heeft in 2011 bijstand aangevraagd onder de Wet werk en bijstand (WWB). Tijdens de aanvraag heeft zij onterecht verklaard geen alimentatie te ontvangen, terwijl uit bankafschriften bleek dat zij maandelijks alimentatie ontving. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft daarop de bijstand herzien en een bedrag van € 3.558,- teruggevorderd wegens te veel betaalde bijstand. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarna zij in hoger beroep ging. Appellante betwistte de schending van haar inlichtingenverplichting en voerde aan dat het college niet correct had gehandeld door de alimentatie niet goed te verrekenen. De Raad oordeelde dat appellante haar inlichtingenverplichting inderdaad had geschonden door niet alle relevante informatie over de alimentatie te verstrekken. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De Raad concludeerde dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, en dat de terugvordering rechtmatig was.