Uitspraak
OVERWEGINGEN
zestien uur per week gaan werken als ziekenverzorgende. Per 1 februari 2011 heeft zij zich ziekgemeld voor dit werk wegens toegenomen klachten van vermoeidheid en (gewrichts)pijn. Vervolgens heeft zij hervat voor tien uur per week in dit werk.
WAO-uitkering van appellante per 29 januari 2013 verhoogd naar de arbeidsongeschiktheidsklasse van 55 tot 65%. Bij besluit van 16 augustus 2013 (bestreden besluit 1) heeft het Uwv, beslissend op het bezwaar van appellante, aanleiding gezien om het besluit van 17 januari 2013 te herzien door de WAO-uitkering per 24 september 2013 in trekken en de verhoging naar de arbeidsongeschiktheidsklasse van 55 tot 65% per 29 januari 2013 ongewijzigd te laten.
24 september 2013 wegens de aandoening mastocytose/urticaria pigmentosa beperkt is in arbeidsduur tot maximaal zes uur per dag en 30 uur per week en daarnaast tevens beperkt is voor duwen/trekken, tillen/dragen, zware lasten dragen, lopen, lopen tijdens het werk, trappenlopen, klimmen, knielen/hurken. Voor de in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) opgenomen beperking over direct contact met patiënten of hulpbehoevenden zag Brouwer geen grond. Met de op de overige beoordelingspunten in de FML aangenomen belastbaarheid kon Brouwer zich verenigen.
Brouwer over de beperkingen van appellante, aanleiding gezien tot bijstelling van de FML. In de aangepaste FML van 11 augustus 2016 zijn beperkingen aangenomen op (bijna) alle door Brouwer aangegeven beoordelingspunten en is rekening gehouden met de door hem vastgestelde urenbeperking tot zes uur per dag en 30 uur per week. Appellante heeft hier tegenin gebracht dat de vastgestelde urenbeperking niet toereikend is en heeft de Raad verzocht om de deskundige op dit punt niet te volgen.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak en verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 16 augustus 2013;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 16 augustus 2016 ongegrond;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 3.263,61 in
- totaal;
- veroordeelt het Uwv tot vergoeding van gederfde wettelijke rente zoals hiervoor aangegeven;
- bepaalt dat het Uwv de door appellante betaalde griffierechten van € 166,- vergoedt.