ECLI:NL:CRVB:2016:4930
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.H. Bangma
- J.J.T. van den Corput
- E.R. Eggeraat
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens een impasse in de arbeidsrelatie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die het beroep van appellant tegen het besluit van het dagelijks bestuur van het Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening [A.] ongegrond heeft verklaard. Appellant was sinds 1998 in dienst bij [A.] en heeft in 2009 een managementcrisis meegemaakt, wat leidde tot een ontslagprocedure. Na een aantal jaren van detachering en het niet vinden van een nieuwe functie, heeft het dagelijks bestuur op 28 augustus 2014 besloten appellant met ingang van 1 september 2014 ontslag te verlenen op grond van artikel 8:8 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst voor de sector gemeenten (CAR/UWO) wegens een impasse in de arbeidsrelatie. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het dagelijks bestuur bevoegd was om het ontslag te verlenen. De Raad oordeelde dat er sprake was van een verstoorde arbeidsverhouding en dat het dagelijks bestuur voldoende inspanningen had geleverd om appellant te begeleiden naar een andere functie. De Raad heeft ook vastgesteld dat er geen aanwijzingen waren dat het dagelijks bestuur een overwegend aandeel had in de impasse die tot het ontslag leidde. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep van appellant werd afgewezen. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.