Uitspraak
mr. A.J.G. Lindeman.
OVERWEGINGEN
29 juli 2013 ziek gemeld. Op dat moment ontving hij een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet (WW). De Raad heeft dan ook ambtshalve besloten de ex-werkgever niet langer aan het geding te laten deelnemen.
25 juni 2013 heeft het Uwv bepaald dat appellant met ingang van 1 juli 2013 geen recht meer heeft op een ZW-uitkering omdat hij met ingang van die datum geschikt wordt geacht tot het verrichten van zijn werk. Het tegen dit besluit gemaakte bezwaar heeft het Uwv bij besluit van 18 oktober 2013 ongegrond verklaard. Daartegen heeft appellant geen rechtsmiddelen aangewend.
16 december 2013 geschikt geacht voor zijn laatst verrichte arbeid in de functie van monteur hekwerken. Vervolgens heeft het Uwv bij besluit van 10 december 2013 vastgesteld dat appellant per 16 december 2013 geen recht meer heeft op ziekengeld. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 24 januari 2014 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit ligt een rapport van een bedrijfsarts, tevens arts bezwaar en beroep, van 22 januari 2014 ten grondslag.
J.A.C. van Marle van 29 mei 2015. Ten onrechte is gesteld dat zijn behandeling bij Tactus verslavingszorg met succes is afgesloten. De behandeling is voortgezet door Amethist Verslavingszorg. Appellant is van oordeel dat uit de overgelegde informatie van de behandelend sector de conclusie is gerechtvaardigd dat de medische beoordeling van het Uwv niet juist is en dat hij op en na de datum in geding nog onverminderd arbeidsongeschikt was in de zin van de ZW.
GZ-psycholoog Van Marle. Van Marle stelt dat bij appellant sprake is van alcoholafhankelijkheid en dat er mogelijk sprake is van een persoonlijkheidsstoornis met cluster B-kenmerken. Uit de overgelegde informatie blijkt ook dat appellant op
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van de wettelijke rente af.