In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat haar arbeidsongeschiktheid met ingang van 17 januari 2011 niet het gevolg was van zwangerschap of bevalling. De rechtbank Almelo verklaarde het beroep van appellante ongegrond. In hoger beroep heeft het Uwv, na een deskundigenrapport, de beslissing op bezwaar gewijzigd en erkend dat de ziekte van appellante wel degelijk verband hield met haar zwangerschap. Appellante heeft verzocht om vergoeding van wettelijke rente en proceskosten, en heeft een beroep gedaan op overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de redelijke termijn in de rechterlijke fase is overschreden. De Raad oordeelde dat de overschrijding voor rekening van de Staat komt en heeft een schadevergoeding van € 1.000,- toegewezen. Tevens is het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellante, die in totaal € 1.494,50 bedragen. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd en het beroep van appellante is gegrond verklaard.