Uitspraak
OVERWEGINGEN
4.2. Appellant handhaaft in hoger beroep zijn betoog dat deze overgang in strijd is met toezeggingen die hem zijn gedaan bij zijn plaatsing als [functie B]. In het gesprek over de overplaatsing is hem beloofd dat de plaatsing in die lager gewaarde functie hem niet zou schaden. Appellant meent dat hij per 1 januari 2012 had moeten overgaan naar de LFNP-functie van Sectorhoofd. Dit betoog slaagt niet. Zoals de Raad eerder heeft overwogen (uitspraak van 12 november 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:4088) behoort het tot de verantwoordelijkheid van de ambtenaar om functieonderhoud te vragen en eventueel rechtsmiddelen in te stellen tegen een afwijzing van zo’n verzoek. De omstandigheid dat appellant daarvan heeft afgezien dient voor risico van appellant te blijven. Verder is niet gebleken dat er van de kant van de korpschef uitdrukkelijke, ondubbelzinnige en onvoorwaardelijke toezeggingen zijn gedaan, die bij appellant gerechtvaardigde verwachtingen hebben gewekt en op grond waarvan hij erop mocht vertrouwen dat binnen het LFNP op een andere wijze en met een ander resultaat zou worden gematcht. Bovendien heeft appellant zijn persoonlijke schaal 14 behouden.