Uitspraak
12 mei 2015, 14/4028 (aangevallen uitspraak) en uitspraak op het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade
OVERWEGINGEN
13 maart 2014 opgenomen beperkingen. De informatie van psycholoog i.o. H. ter Horst van
1 juli 2014, van psychiater P. Punwasi van 3 juni 2014 en van klinisch psycholoog/psychotherapeut IJ.M. Brandsma van PsyQ van 11 december 2014 biedt volgens de rechtbank geen steun voor de stelling dat in de FML de psychische beperkingen van appellante zijn onderschat. Verder heeft de rechtbank overwogen dat de beperking in de FML voor de gestelde latex-, thiuram- dan wel rubberallergie, mede gezien de informatie van allergoloog prof. dr. J.G.R. de Monchy, niet in het nadeel van appellante is. Uitgaande van de juistheid van de voor appellante vastgestelde medische beperkingen moet zij volgens de rechtbank in staat worden geacht de aan haar door het Uwv voorgehouden functies te verrichten. Door de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep is inzichtelijk en overtuigend onderbouwd dat de belasting in de functies de in de FML vastgelegde mogelijkheden niet te boven gaat.
(SBC-code 111173), machinaal metaalbewerker (excl. Bankwerk) (SBC-code 264122), machinebediende inpak-/verpakkingsmachine (SBC-code 271093) samensteller metaalwaren (SBC-code 264140) gelet op de mate en duur van het contact met de stoffen waarvan appellante allergisch is, geen sprake is van een voor appellante belastende blootstelling.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
A.T. de Kwaasteniet als leden, in tegenwoordigheid van B. Dogan als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 7 december 2016.