ECLI:NL:CRVB:2016:4621
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van eerdere uitspraak inzake afkoopsom Liquidatiewet Ongevallenwetten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 december 2016 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 31 juli 2015. Verzoeker, die een afkoopsom had ontvangen op basis van de Liquidatiewet Ongevallenwetten, verzocht om herziening omdat hij stelde dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die niet eerder bekend waren. Hij voerde aan dat er toezeggingen aan hem waren gedaan in 1972 en dat relevante stukken uit zijn dossier ontbraken. Het Uwv, de tegenpartij, stelde echter dat de aangevoerde argumenten geen nieuwe feiten of omstandigheden betroffen die tot herziening konden leiden.
De Raad overwoog dat herziening alleen mogelijk is op basis van feiten die vóór de uitspraak plaatsvonden, niet bekend waren en die, indien eerder bekend, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De Raad concludeerde dat de stellingen van verzoeker over toezeggingen en ontbrekende stukken al bekend waren vóór de eerdere uitspraak en dat deze niet voldeden aan de strikte voorwaarden voor herziening. Daarom werd het verzoek om herziening afgewezen en werd er geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.
De uitspraak benadrukt het belang van de strikte voorwaarden voor herziening in bestuursrechtelijke zaken en bevestigt dat herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over eerdere uitspraken.