ECLI:NL:CRVB:2016:4606
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- J.T.H. Zimmerman
- J.H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake boete en schending inlichtingenverplichting bijstand na ontdekking hennepkwekerij
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Emmen, waarbij de bijstand van appellant is herzien en een bestuurlijke boete is opgelegd wegens schending van de inlichtingenverplichting. Appellant ontving sinds 1 januari 2012 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Op 13 mei 2013 werd in zijn woning een hennepkwekerij aangetroffen, wat leidde tot een strafbeschikking van € 500,- wegens overtreding van de Opiumwet. Het college heeft vervolgens de bijstand van appellant over de periode van 1 april 2013 tot en met 13 mei 2013 ingetrokken en een bestuurlijke boete van € 1.313,42 opgelegd. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij geen schending van de inlichtingenverplichting heeft gepleegd, omdat hij de hennep uitsluitend voor eigen gebruik teelde. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant de inlichtingenverplichting heeft geschonden, omdat hij geen melding heeft gemaakt van de hennepkwekerij. De Raad stelt vast dat de opgelegde boete onevenredig was en matigt deze tot € 330,-. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep tegen het besluit van het college gegrond. Tevens wordt het college veroordeeld in de proceskosten van appellant.