ECLI:NL:CRVB:2016:4553
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Buiten behandelingstelling aanvraag bijstandsverlening wegens niet tijdig verstrekken van gegevens
In deze zaak heeft appellante op 30 september 2014 een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft appellante verzocht om aanvullende gegevens te verstrekken, maar appellante heeft niet tijdig alle gevraagde informatie ingeleverd. Op 30 december 2014 heeft het college de aanvraag buiten behandeling gesteld, omdat de verstrekte gegevens onvoldoende waren voor de beoordeling van de aanvraag. De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard.
Appellante heeft hoger beroep ingesteld en betoogd dat het college de aanvraag had moeten afwijzen in plaats van buiten behandeling te stellen. Zij stelt dat deze handelwijze in strijd is met de bedoeling van de wetgever en het evenredigheidsbeginsel. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet alle gevraagde stukken tijdig heeft ingeleverd en dat het college haar op de mogelijkheid van uitstel heeft gewezen, maar appellante heeft hier geen gebruik van gemaakt.
De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellante niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelt dat de handelwijze van het college niet in strijd is met de wet en dat appellante niet in haar rechten is benadeeld. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.