Uitspraak
W.H.M. Visser.
OVERWEGINGEN
12 februari 2014 vermeld dat appellante een hele tijd geen duurzaam benutbare mogelijkheden heeft gehad, maar nu wel duurzaam benutbare mogelijkheden heeft. Appellante heeft onder meer fibromyalgie, artrose in haar nek, een somatoforme stoornis en een depressieve stoornis, gedeeltelijk in remissie, en is beperkt op psychisch en fysiek vlak. De beperkingen en mogelijkheden van appellante voor het verrichten van arbeid zijn neergelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). Een arbeidsdeskundige van het Uwv heeft in een rapport van 26 februari 2014 vermeld dat appellante niet geschikt is voor haar eigen werk, maar dat zij wel andere functies kan vervullen. Aan de hand van geselecteerde voorbeeldfuncties heeft de arbeidsdeskundige berekend dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante 31,20% is.