ECLI:NL:CRVB:2016:4466
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.N.A. Bootsma
- J.J.A. Kooijman
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Ontslag van een militair wegens wangedrag na geweldsincident tijdens havenbezoek
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een militair die is ontslagen wegens wangedrag na een geweldsincident tijdens een havenbezoek in Noorwegen. De appellant, werkzaam bij de Koninklijke Marine, was betrokken bij een incident in een café op 12 juli 2013, waarbij hij een andere militair ernstig verwondde met een glas. Na een strafrechtelijke veroordeling voor poging tot zware mishandeling, heeft de minister van Defensie besloten tot ontslag van de appellant op basis van wangedrag, conform artikel 39 van het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR). De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van de appellant tegen dit ontslag ongegrond, waarna de appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de minister terecht het gedrag van de appellant als wangedrag heeft aangemerkt, gezien de speciale eisen die aan de integriteit van militairen worden gesteld. De Raad stelde vast dat de uitspraak van de strafrechter, die in kracht van gewijsde is gegaan, als bewijs geldt in deze militaire ambtenarenzaak. De Raad concludeerde dat het ontslag niet onevenredig was aan de aard en ernst van het wangedrag, en dat de minister het vertrouwen in de appellant terecht had verloren. De uitspraak werd gedaan op 17 november 2016.