ECLI:NL:CRVB:2016:4374
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten eigen bijdrage rechtsbijstand en termijn voor indiening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant had op 24 januari 2014 bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van de eigen bijdrage voor rechtsbijstand. Het college van burgemeester en wethouders van Zwolle had deze aanvraag afgewezen, omdat deze niet tijdig was ingediend. De rechtbank had het beroep van de appellant gegrond verklaard en het college opgedragen een nieuw besluit te nemen. In hoger beroep heeft de Raad de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij het college in zijn beleid een termijn van vier weken hanteert voor het indienen van aanvragen voor bijzondere bijstand. De Raad oordeelde dat de aanvraag van de appellant te laat was ingediend, omdat deze betrekking had op kosten die al eerder waren gemaakt. De Raad heeft vastgesteld dat er geen bijzondere omstandigheden waren die bijstandsverlening met terugwerkende kracht rechtvaardigden. De Raad heeft het hoger beroep van de appellant ongegrond verklaard en de beslissing van het college bevestigd.