ECLI:NL:CRVB:2016:4370
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- F. Hoogendijk
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Rechtmatigheid van bijstandsbetalingen en onderzoeksplicht van het college
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg met betrekking tot de afwijzing van een bijstandsaanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Roermond. Appellante had op 26 maart 2013 bijstand aangevraagd, maar haar aanvraag werd afgewezen omdat zij de inlichtingenverplichting had geschonden. Na een aantal procedures en besluiten, waarbij het college uiteindelijk bijstand toekende, ontstonden er geschillen over de rechtmatigheid van betalingen die namens appellante waren gedaan. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het eerste bestreden besluit niet-ontvankelijk en oordeelde dat het college terecht betalingen had verricht op verzoek van appellante. Appellante ging in hoger beroep, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat het college niet verplicht was om de rechtmatigheid van de vordering van de Waterleidingmaatschappij Limburg te onderzoeken, aangezien appellante zelf om de betaling had verzocht. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde.