ECLI:NL:CRVB:2016:4345
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van fysiotherapeutische behandelingen op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft appellante, erkend als vervolgde in de zin van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv), beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. Appellante had een aanvraag ingediend voor vergoeding van 64 fysiotherapeutische behandelingen, maar kreeg slechts 24 behandelingen toegewezen. De Raad oordeelt dat de medische gegevens niet voldoende onderbouwen dat het aantal van 24 behandelingen onvoldoende is voor de behandeling van haar psychosomatische klachten. De Raad bevestigt het beleid van de verweerder dat voor psychosomatische klachten maximaal 24 behandelingen per jaar worden vergoed. Het advies van de geneeskundig adviseur, dat de toekenning van 24 behandelingen rechtvaardigt, wordt door de Raad onderschreven. De Raad concludeert dat het bestreden besluit in rechte stand kan houden en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan op 3 november 2016.