ECLI:NL:CRVB:2016:4334
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag toekenningen op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv)
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1924 in het voormalige Nederlands-Indië, een aanvraag ingediend voor toekenningen op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv). De aanvraag werd afgewezen door de Pensioen- en Uitkeringsraad, omdat appellante geen vervolging had ondergaan. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat appellante niet gelijkgesteld kan worden met een vervolgde, omdat zij ten tijde van de Japanse capitulatie ouder was dan 20 jaar. De Raad overweegt dat de Wuv niet bedoeld is om leed te repareren van het omkomen van ouders, en dat de leeftijdsgrens die door verweerder is gesteld niet onredelijk is. De Raad verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de aanvraag.