ECLI:NL:CRVB:2016:4292
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- M.T. Boerlage
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang na tegemoetkoming door de minister
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, werkzaam als kapitein bij het Ministerie van Defensie, had een aanvraag ingediend voor studiefaciliteiten voor een opleiding aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. De minister van Defensie had deze aanvraag afgewezen, wat leidde tot bezwaar en uiteindelijk beroep. De rechtbank had het beroep tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift gegrond verklaard, maar het beroep tegen de afwijzing van de studiefaciliteiten ongegrond verklaard.
Tijdens het hoger beroep kwam de minister met een nieuwe beslissing op bezwaar, waarin de minister alsnog volledig aan de appellant tegemoetkwam. Hierdoor bestond er feitelijk geen geschil meer tussen partijen, wat leidde tot de conclusie dat het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was wegens het ontbreken van procesbelang. De Raad oordeelde dat de wens van de appellant om een principiële uitspraak te krijgen over de reikwijdte van artikel 16 van het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR) niet voldoende was om het hoger beroep ontvankelijk te verklaren.
De Raad heeft de minister veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die zijn begroot op € 1.488,- voor rechtsbijstand. Daarnaast heeft de Raad het griffierecht van € 248,- dat de appellant in hoger beroep had betaald, aan hem vergoed. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd voor zover deze het beroep tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift betrof, en dit beroep werd eveneens niet-ontvankelijk verklaard.