Uitspraak
OVERWEGINGEN
WW-uitkering.
Zvw-bijdrage in mindering zou moeten worden gebracht op het bruto pensioen. Het feit dat appellant inkomensverlies lijdt is – gezien de geldende regelgeving – een (onbedoeld) gevolg van zijn eigen keuze het prepensioen uit te laten keren. Indien appellant het niet eens is met de wet en de lagere regelgeving ter zake zal hij zich tot de wetgever dienen te wenden.
Zvw-bijdrage verschuldigd terwijl in het geval van appellant de Zvw-bijdrage door het pensioenfonds wordt ingehouden op zijn bruto prepensioen en daarmee de Zvw-bijdrage over dat prepensioen ten laste van hemzelf komt. De regeling van de afdracht van de Zvw-bijdrage staat echter los van het bepaalde in artikel 34 van de WW en het AIB zodat de door appellant gestelde ongelijke behandeling en het gestelde financiële nadeel niet voortvloeien uit de toepassing van die wettelijke bepalingen. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt daarom niet.