Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- bepaalt dat het Uwv aan appellant het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 168,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 november 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de hoogte van het maandelijks af te lossen bedrag. Het Uwv had in het bestreden besluit de aflossingscapaciteit van appellant berekend op basis van financiële gegevens uit 2013, waarbij rekening was gehouden met zakelijke kosten zoals vermeld in een accountantsrapport. Appellant had geen recentere controleerbare gegevens over zijn bedrijfskosten overgelegd en kon de door hem gestelde hogere zakelijke kosten in 2015 niet aannemelijk maken.
De rechtbank Overijssel had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en het hoger beroep tegen die uitspraak was niet-ontvankelijk verklaard. In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat het Uwv geen rekening had gehouden met belangrijke veranderingen in zijn bedrijfslasten die invloed hadden op zijn inkomen. Het Uwv verzocht om bevestiging van de aangevallen uitspraak.
De Raad oordeelde dat het Uwv de aflossingscapaciteit terecht had vastgesteld op € 273,17, ondanks de gebrekkige motivering van het bestreden besluit. Appellant had onvoldoende onderbouwd dat zijn zakelijke kosten in 2015 hoger waren dan in 2013. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak, met verbetering van gronden, en oordeelde dat er geen aanleiding was om de uitspraak te vernietigen. Tevens werd bepaald dat het Uwv het griffierecht aan appellant diende te vergoeden.