Uitspraak
mr. Van Kuijeren verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door
S. Pitschula.
OVERWEGINGEN
17 mei 2013 verlengd tot en met 30 april 2018.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant had een aanvraag ingediend om de toegekende zorg in natura om te zetten in een persoonsgebonden budget (pgb). Het college van burgemeester en wethouders van Delft had deze aanvraag afgewezen, omdat er vermoedens bestonden dat de appellant niet in staat was om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Dit vermoeden was gebaseerd op een fraudevordering en betalingsachterstanden die bij de gemeente Delft waren vastgesteld. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat het college terecht had aangenomen dat de appellant niet zelfstandig aan zijn financiële verplichtingen kon voldoen en dat de afwijzing van de aanvraag om zorg in natura om te zetten in een pgb gerechtvaardigd was. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en het hoger beroep van de appellant verworpen. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.