ECLI:NL:CRVB:2016:4120
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning en overgang naar LFNP-functie met betrekking tot de matching en motivering door de korpschef
In deze zaak gaat het om de toekenning van en overgang naar een LFNP-functie voor appellante, die werkzaam is bij de politie. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die het beroep van appellante ongegrond verklaarde. De korpschef had eerder besloten dat appellante in het kader van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) zou worden ingedeeld als Onderzoeker P-Veiligheid, maar appellante betwistte deze indeling en stelde dat haar werkzaamheden meer in lijn waren met de functie van Operationeel Specialist A.
De Raad oordeelt dat de korpschef voldoende gemotiveerd heeft waarom de matching overeenkomstig de Regeling is uitgevoerd. De korpschef verwees naar de uitgangspositie van appellante en de transponeringstabel, wat volgens de Raad voldoende is om de beslissing te onderbouwen. Hoewel appellante vindt dat de motivering meer op haar persoon had moeten zijn toegesneden, oordeelt de Raad dat er geen sprake is van een motiveringsgebrek. De Raad volgt de korpschef in zijn keuze voor de indeling in het domein Ondersteuning, omdat de werkzaamheden van appellante niet direct bijdragen aan operationele politietaken.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellante niet slaagt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding, en de uitspraak wordt openbaar gedaan op 27 oktober 2016.