Uitspraak
31 juli 2015, 15/1161 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
3 november 2014 afgewezen.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 31 juli 2015. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had de aanvraag van betrokkene voor maatschappelijke opvang op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) afgewezen. De Raad heeft overwogen dat opvang in een Vrijheidsbeperkende Locatie (VBL) een voorliggende voorziening is die de noodzaak van Wmo-opvang doet vervallen. De Raad baseert zich op eerdere uitspraken waarin is vastgesteld dat vreemdelingen gebruik kunnen maken van opvang in een VBL, en dat deze opvang in het algemeen als voldoende wordt beschouwd. De Raad concludeert dat de afwijzing van de aanvraag van betrokkene niet terecht was, maar dat het hoger beroep van het college slaagt. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond. De Raad oordeelt dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.