ECLI:NL:CRVB:2016:3712
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- J.H.M. van de Ven
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens verzwegen gezamenlijke huishouding en de beoordeling van taalvaardigheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De appellante ontving sinds 28 juni 2002 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en werd beschuldigd van het voeren van een gezamenlijke huishouding met haar vriend N, wat zij niet had gemeld aan het dagelijks bestuur van de Dienst Werk en Inkomen Lekstroom. Na een onderzoek door de sociale recherche, dat onder andere observaties en verhoren omvatte, werd de bijstand van appellante over een bepaalde periode ingetrokken. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante tegen deze intrekking ongegrond.
In hoger beroep heeft de Raad de feiten en omstandigheden opnieuw beoordeeld. De Raad concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling dat appellante en N gedurende de periode van 30 januari 2009 tot 31 oktober 2013 een gezamenlijke huishouding voerden. De Raad oordeelde dat de verklaring van N, die in het onderzoek was afgelegd, niet voldoende was om de intrekking van de bijstand te rechtvaardigen. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het besluit van het dagelijks bestuur herroepen voor de periode waarin de gezamenlijke huishouding niet kon worden aangetoond. Tevens werd het dagelijks bestuur veroordeeld in de kosten van appellante.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het vaststellen van gezamenlijke huishoudingen en de rol van taalvaardigheid in juridische procedures. De Raad oordeelde dat de verklaring van N, ondanks zijn vermeende taalproblemen, voldoende was om de feiten te onderbouwen, maar dat er geen bewijs was voor de gezamenlijke huishouding in de eerder genoemde periode. De Raad heeft de zaak in zijn geheel herzien en de eerdere besluiten van het dagelijks bestuur vernietigd.