ECLI:NL:CRVB:2016:3671
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om kwijtschelding van restantschuld bijstandsverlening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. Appellante, die bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), had een verzoek ingediend om kwijtschelding van een restantschuld van € 54.850,51. Deze schuld was ontstaan na de intrekking van haar bijstand in 2009, omdat zij haar inlichtingenverplichting had geschonden. Het college van burgemeester en wethouders van Beverwijk had het verzoek om kwijtschelding afgewezen, omdat appellante niet voldeed aan de voorwaarden zoals neergelegd in de Beleidsregels Terugvordering WWB Beverwijk. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat de Beleidsregels onredelijk zijn en dat zij in een leemte valt, omdat haar situatie niet specifiek is geregeld. De Raad overweegt dat de Beleidsregels voldoende ruimte bieden voor kwijtschelding, mits aan de voorwaarden wordt voldaan. Appellante heeft slechts in beperkte mate aan haar betalingsverplichtingen voldaan en de Raad concludeert dat het college in redelijkheid het verzoek om kwijtschelding heeft kunnen afwijzen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belanghebbenden om aan de gestelde voorwaarden te voldoen om in aanmerking te komen voor kwijtschelding van schulden in het kader van bijstandsverlening. De Raad heeft geen bijzondere omstandigheden aangetroffen die aanleiding zouden geven om van het beleid af te wijken.