ECLI:NL:CRVB:2016:366
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Hillen
- J.F. Bandringa
- G.M.G. Hink
- Rechtspraak.nl
Intrekken en terugvorderen van bijstandsuitkeringen op basis van onrechtmatig verkregen bewijs en de verplichting tot het verstrekken van informatie over inkomsten uit hondenfokkerij
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellante, een hondenfokker, had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van haar bijstandsuitkering en de terugvordering van eerder ontvangen bijstand. De Raad oordeelde dat het college van burgemeester en wethouders onrechtmatig bewijs had gebruikt dat was verkregen door een extern bureau, SV Land, bij het nemen van het besluit om de bijstand in te trekken. De Raad heeft in zijn tussenuitspraak van 17 februari 2015 het college opgedragen om het gebrek in het besluit te herstellen. Het college heeft vervolgens een nieuw besluit genomen, maar de Raad oordeelde dat dit besluit niet voldeed aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep gegrond, waarbij het bestreden besluit werd vernietigd wegens strijd met de Awb. De Raad oordeelde dat het college in redelijkheid gebruik had kunnen maken van de bevoegdheid om nader onderzoek in te stellen naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening, ondanks het onrechtmatig verkregen bewijs. De Raad concludeerde dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden door geen opgave te doen van haar inkomsten uit de hondenfokkerij, wat leidde tot de intrekking van haar bijstandsuitkering. De Raad veroordeelde het college tot betaling van de proceskosten van appellante.