ECLI:NL:CRVB:2016:3616
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanstelling als ambtenaar bij de Universiteit Leiden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin het bezwaar van appellant tegen de fictieve weigering van de Universiteit Leiden om hem een formele akte van aanstelling te verlenen, niet-ontvankelijk is verklaard. Appellant had in november 2013 gesolliciteerd naar een functie bij de Universiteit Leiden, maar de gesprekken leidden niet tot een aanstelling. Appellant meende dat er een gerechtvaardigde verwachting was gewekt door e-mailberichten van het college, maar de Raad oordeelt dat deze berichten geen uitdrukkelijke toezegging bevatten. Appellant had in zijn correspondentie aangegeven dat hij mogelijk als ZZP’er wilde werken, wat de universiteit niet als optie beschouwde. De Raad concludeert dat appellant niet als ambtenaar kan worden aangemerkt, en dat het college terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank heeft de eerdere uitspraak bevestigd, en de Raad komt tot dezelfde conclusie. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.