ECLI:NL:CRVB:2016:3585
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- J.H.M. van de Ven
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens gezamenlijke huishouding en inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Gelderland. De appellanten, een vrouw en een man, waren in geschil met het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn over de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De rechtbank had de beroepen van appellanten tegen de besluiten van het college ongegrond verklaard. De Raad oordeelde dat de appellanten vanaf 1 januari 2011 een gezamenlijke huishouding hadden gevoerd, wat zij niet hadden gemeld aan het college, en dat zij gehouden waren aan hun verklaringen die zij tijdens verhoren hadden afgelegd. De Raad concludeerde dat de verklaringen van appellanten, samen met de onderzoeksbevindingen van de sociale recherche, voldoende bewijs boden voor de conclusie dat er sprake was van een gezamenlijke huishouding. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en wees de verzoeken om schadevergoeding af. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van appellanten.