ECLI:NL:CRVB:2016:3582
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- J.H.M. van de Ven
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Intrekking van AIO-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting met betrekking tot woning in Turkije
In deze zaak gaat het om de intrekking van de AIO-uitkering van appellanten, die sinds 1 januari 2004 een aanvullende inkomensvoorziening ouderen ontvingen. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) heeft de uitkering per 1 juli 2014 ingetrokken, omdat appellanten niet hadden gemeld dat zij een woning in Turkije bezaten, waarvan de waarde het vrij te laten vermogen overschreed. De rechtbank Oost-Brabant heeft het beroep van appellanten tegen dit besluit gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten.
Appellanten hebben hoger beroep ingesteld, waarbij zij zich verzetten tegen de conclusie van de rechtbank dat zij bewust de inlichtingenverplichting hebben geschonden. Tijdens de zitting hebben appellanten hun beroepsgrond laten vallen met betrekking tot de intrekking van de AIO-aanvulling, maar zij blijven van mening dat de rechtbank hen ten onrechte heeft verweten dat zij gefraudeerd hebben.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat appellanten geen procesbelang meer hebben, aangezien zij erkenden dat de AIO-aanvulling terecht is ingetrokken. Hierdoor is er geen geschil meer dat beslecht moet worden. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat appellanten geen materieel belang meer hebben bij de uitkomst van het hoger beroep. De uitspraak is gedaan op 27 september 2016.