ECLI:NL:CRVB:2016:3572
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- P.W. van Straalen
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens onvoldoende informatie over eigen bedrijf en katvangersactiviteiten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn bijstandsaanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Tilburg. Appellant, die sinds 2013 als enig aandeelhouder en algemeen directeur van een bedrijf was ingeschreven, heeft op 9 mei 2014 bijstand aangevraagd op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college heeft appellant verzocht om financiële gegevens van zijn bedrijf, maar appellant heeft niet alle gevraagde informatie verstrekt. Hierdoor kon het college niet vaststellen of appellant in bijstandsbehoevende omstandigheden verkeerde.
Tijdens de hoorzitting verklaarde appellant dat hij als katvanger fungeerde voor onbekende personen die het bedrijf daadwerkelijk leidden. Hij stelde dat hij geen toegang had tot de financiële gegevens van het bedrijf en dat hij in bewijsnood verkeerde. Het college heeft de aanvraag afgewezen op basis van het ontbreken van de benodigde informatie. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in bewijsnood verkeert. De Raad benadrukte dat appellant als directeur en aandeelhouder verantwoordelijk was voor het aanleveren van de gevraagde gegevens. Aangezien appellant geen inzicht heeft gegeven in zijn financiële situatie en de vergoedingen die hij als katvanger heeft ontvangen, heeft hij niet voldaan aan de verplichting om volledige openheid van zaken te geven. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.