ECLI:NL:CRVB:2016:3526
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake functie-inpassing en waardering bij de gemeente Den Haag
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die zijn beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag ongegrond had verklaard. Het geschil betreft de inpassing en waardering van de functie van appellant binnen het nieuwe Haags Generiek Functiehuis (HGF). Appellant stelt dat de verantwoordelijkheden van zijn functie zijn toegenomen, wat een relevante wijziging van de functie met zich meebrengt. Het college heeft echter betoogd dat de aard van de werkzaamheden niet is gewijzigd en heeft het verzoek om functieonderhoud afgewezen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de functiebeschrijving van appellant niet actueel was en dat de waardering van de functie niet had plaatsgevonden op het moment dat het college besloot over de inpassing. De Raad vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om opnieuw te beslissen op de bezwaren van appellant, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt het college veroordeeld in de proceskosten van appellant.